2.2.4.8. Wat gebeurt er als ik samenwoon?

Laatst bijgewerkt : 01/04/2025

Voor de definitie van samenwonen: zie 2.2.4.2. Welke drie categorieën van leefloongerechtigden zijn er?

Als je samenwoont, is het OCMW al dan niet verplicht rekening te houden met de inkomsten van de mensen met wie je een huishouden vormt.

Er bestaan drie situaties:

A. Je woont samen met je partner, zelfs feitelijk: er moet verplicht rekening worden gehouden met de inkomsten.

Dat kan slaan op:

  1. je echtgeno(o)t(e), met wie je samenwoont en een gezamenlijk project deelt;
  2. de persoon met wie je een feitelijk huishouden vormt, d.w.z. met wie je als koppel samenwoont, een gemeenschappelijk project hebt en de inkomsten en uitgaven deelt, waardoor je een financieel voordeel verkrijgt.

 

De middelen van de echtgenoot of levenspartner die samenwoont met de aanvrager kunnen dus nooit in aanmerking worden genomen als de echtgenoot of levenspartner recht heeft op sociale integratie.

Opgelet! Deze regel geldt niet als de echtgenoot of partner werkt in het kader van artikel 60, § 7, van de organieke wet of in het kader van een activering: zijn of haar inkomsten (die het bedrag van het RI voor samenwonenden overschrijden) worden wel in aanmerking genomen bij de berekening van de middelen.

Voorbeelden :

1) De aanvrager van het inkomen bij integratie woont samen met een levenspartner die geen recht heeft op sociale integratie:

  • inkomen van de heer: 200 € per maand.
  • inkomen van mevrouw: 1.100 € per maand.

 

Berekening van het RI van de heer voor de maand februari 2025

Inkomen van de heer :

De heer voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van de sociaal-professionele vrijstelling omdat hij begint te werken als begunstigde van het recht op sociale integratie. 200 € – 309,48 € (bedrag van de vrijstelling voor beroepen waarvoor geen tekort bestaat) = 0 € in aanmerking te nemen

Inkomsten van mevrouw (samenwonende die geen recht heeft op sociale integratie):
1.100 € – 876,13 € (maandelijks bedrag voor samenwonenden op 01.02.2025) = 223,87 €
223,87 € x 12 = 2.686,44 €
10.513,60 (jaarlijks bedrag voor samenwonenden op 01.02.2025) – (2.686,44 – 155 (algemene vrijstelling voor samenwonenden) = 2.531,44) = 7.982,16 €
7.982,16 € / 12 = 665,18 € maandelijkse RI.

Dit huishouden heeft recht op een totaal inkomen van € 1.965,18 per maand: € 1.100 (salaris mevrouw) + € 200 (salaris meneer) + € 665,18 RI voor meneer, ofwel € 212,92 meer dan het bedrag van 2x het cohabitantentarief (= € 1.752,26).

2) De aanvrager van het integratie-inkomen woont samen met een levenspartner die recht heeft op sociale integratie:

  • inkomen van de heer: 200 € per maand.
  • inkomen van mevrouw: 1.000 € per maand.

 

Berekening van het RI van de heer voor de maand februari 2025
Inkomen van de heer:
De heer voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van de sociaal-professionele vrijstelling omdat hij begint te werken als begunstigde van het recht op sociale integratie.
200 € – 309,48 € = 0 € in aanmerking te nemen

Berekening van het RI van mevrouw voor de maand februari 2025
1.000 € – 309,48 € (bedrag van de vrijstelling voor beroepen waarvoor geen tekort bestaat) = 690,52 €

690,52 € x 12 = 8.286,24 €

10.513,60 (jaarlijks bedrag voor samenwonenden op 01.02.2025) – (8.286,24 – 155 (algemene vrijstelling
voor samenwonenden) = 8.131,24) = 2.382,36 €
2.382,36 € / 12 = 198,53 € aanvullende RI.

Dit huishouden heeft in totaal recht op een inkomen van 2.274,66 €/maand: 1.000 € (salaris mevrouw) + 200 € (salaris meneer) + 198,53 aan RI voor mevrouw + 876,13 € aan RI voor meneer, ofwel 522,40 € meer dan het bedrag van 2x het samenwoningspercentage (= 1.752,26 €).

Bijgevolg zal het OCMW rekening moeten houden met de inkomsten (bijvoorbeeld het loon) van uw samenwonende partner als deze hoger zijn dan het samenwoningspercentage.

Als u een geïsoleerd inkomen uit de bijstand ontvangt en u gaat samenwonen met iemand zonder inkomen, dan heeft deze persoon in principe recht op een inkomen uit de bijstand voor samenwonenden. Het geïsoleerde inkomen dat u ontving, wordt dan ook een inkomen voor samenwonenden. Als uw partner niet voldoet aan de voorwaarden voor een inkomen uit de bijstand (bijvoorbeeld omdat hij/zij illegaal in het land verblijft), behoudt u het geïsoleerde inkomen.

Als uw koppel één of meerdere minderjarige kinderen heeft, krijgt u het tarief voor personen met gezinslast toegekend.

Als uw echtgeno(o)t(e) of levenspartner bovendien over middelen (loon, pensioen enz.) beschikt die meer dan twee keer het tarief voor samenwonenden bedragen, hebt u geen recht op een RI.

B. Je woont samen met je bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn van de eerste graad: het is niet verplicht om rekening te houden met hun inkomsten.

Deze bepaling geldt voor je ouders en/of meerderjarige kinderen, maar alleen in de eerste graad. In dat geval kan het deel van hun inkomsten dat het leefloon aan het tarief van samenwonende overschrijdt, volledig of gedeeltelijk in aanmerking worden genomen. In geval van toepassing van deze maatregel moet het tarief van samenwonende fictief worden toegekend aan de aanvrager en zijn/haar bloedverwanten in opgaande/neergaande lijn.

Het is dus aan het OCMW om te beslissen:

  • alle inkomsten die het tarief van samenwonende overschrijden in aanmerking te nemen;
  • slechts een deel van deze inkomsten in aanmerking te nemen;
  • er geen rekening mee te houden.

 

Wanneer het OCMW zijn beslissing meedeelt, moet het die motiveren en de berekeningswijze van de in aanmerking genomen inkomsten vermelden. Als dat niet het geval is, kan deze beslissing als onwettig worden beschouwd. In de praktijk houden de OCMW’s vaak principieel rekening met alle middelen van de samenwonende ouders en kinderen, zonder noodzakelijkerwijs rekening te houden met specifieke situaties of mensen te informeren dat dit slechts een mogelijkheid is en dat ze elementen kunnen aanvoeren om deze inkomsten, minstens gedeeltelijk, buiten beschouwing te laten.

Je kunt de beslissing van het OCMW om de inkomsten van je samenwonende ouders en/of kinderen mee te rekenen, betwisten en alle bewijzen leveren die kunnen rechtvaardigen dat er geen rekening mee mag worden gehouden (bijvoorbeeld, bewijzen van bestaande schulden, bewijzen van behoeften, bewijzen van grote kosten, lopende afbetalingsplannen, enz.) en/of dat dit conflicten, minder autonomie, enz. veroorzaakt of zou kunnen veroorzaken.

C. Je woont samen met andere personen (alle andere gevallen): er mag geen rekening worden gehouden met hun inkomsten.

Voorbeelden : als je samenwoont met broers en zussen, met grootouders, met vrienden, enz.

Deze site maakt gebruik van cookies om u de beste ervaring op onze site te garanderen.