2.2.4.5. Welke inkomsten zijn gedeeltelijk of volledig vrijgesteld?

Laatst bijgewerkt : 01/09/2025

Sommige van uw inkomsten zijn geheel of gedeeltelijk vrijgesteld (= ze mogen niet worden meegeteld bij de berekening van het integratie-inkomen). De lijst van deze vrijstellingen is wettelijk vastgelegd en strikt beperkt.

Het OCMW mag geen rekening houden met de volgende inkomsten:

  • door het OCMW toegekende bijstand;
  • de gezinsbijslagen: de maandelijkse kinderbijslag, de geboorte-uitkering, de adoptie-uitkering, enz. die worden uitbetaald voor minderjarige kinderen voor wie u geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk bent, evenals de aanvullende kinderbijslag voor personen met een handicap waarvoor de betrokkene de begunstigde is wanneer hij/zij deze zelf ontvangt of wanneer de begunstigde deze aan hem/haar doorbetaalt.

 

Voorwaarden : De betrokkene moet :

  • de status van uitkeringsgerechtigde hebben
  • de kinderen opvoeden
  • volledig of gedeeltelijk voor hen zorgen

 

Opmerkingen : De gezinsbijslagen omvatten :

  • de geboorte-uitkering
  • de adoptiepremie
  • de kinderbijslag
  • de verhoogde bijslagen voor wezen
  • de schoolpremië, een eenmalig bedrag begin september
  • de toeslagen: leeftijdstoeslagen, sociale toeslagen en toeslagen voor gehandicapte kinderen

 

Gevolgen : Uit het bovenstaande blijkt dat kinderbijslag alleen in de inkomsten moet worden meegerekend wanneer de jongere zelf zijn uitkering ontvangt (bijvoorbeeld: een meerderjarige, zelfstandige student die niet meer bij zijn ouders woont). Uitzondering: de aanvullende kinderbijslag voor personen met een handicap wordt volledig vrijgesteld van de berekening van de middelen wanneer de begunstigde deze zelf ontvangt of wanneer de uitkeringsinstantie deze aan hem uitbetaalt. Dit betekent dat wanneer de persoon zelf deze aanvullende kinderbijslag ontvangt, dit bedrag wordt vrijgesteld. Deze vrijstelling geldt alleen voor de aanvullende kinderbijslag die wordt toegekend aan personen met een handicap of een aandoening. De “klassieke” kinderbijslag wordt echter wel meegeteld in de berekening als de persoon deze zelf ontvangt, net als voor anderen.

Wanneer de jongere een voltijdse opleiding volgt en in het kader van zijn studie stage loopt in het buitenland, is de ERASMUS- en/of ERASMUS+-studiebeurs die hem wordt toegekend vrijgesteld.

De ERASMUS+ beurs is bedoeld ter vervanging van de ERASMUS-beurs en stelt de jongere in staat ervaring op te doen die een grote meerwaarde betekent voor zijn integratie op de
arbeidsmarkt. Bijgevolg zijn, naar analogie met de ERASMUS-beurs, ook de ERASMUS+-beurzen volledig vrijgesteld. Ze mogen dus niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de middelen met het oog op de toekenning van een integratie-inkomen.

Opgelet : Als u meerderjarig en zelfstandig bent (niet meer bij uw ouders woont), moet u in principe zelf uw kinderbijslag aanvragen en moet het OCMW hiermee rekening houden bij de berekening van uw integratie-inkomen (d.w.z. dat het OCMW deze aftrekt van het bedrag dat het u als integratie-inkomen toekent).

Wanneer u meerderjarig bent en nog steeds bij uw ouder(s) woont die kinderbijslag voor u blijven ontvangen, kan het OCMW hiermee rekening houden – maar dat is niet verplicht – en dit, mits rechtvaardiging, geheel of gedeeltelijk aftrekken van de berekening van uw eventuele inkomensintegratie volgens het tarief voor samenwonenden. (zie de verwarrende jurisprudentie van het Hof van Cassatie en andere rechtbanken);

  • de alimentatie voor uw kinderen ten laste;
  • de vergoeding die u ontvangt voor diensten die u verleent op basis van een ALE-arbeidsovereenkomst;
  • productiviteits- of stimuleringspremies in het kader van individuele opleidingen in het bedrijf (maximaal 6 maanden);
  • de regionale verhuis-, vestigings- en huurpremies en -toelagen die u worden toegekend;
  • het bedrag van de studiebeurzen (studietoelagen) die uw specifieke studiekosten dekken en die door de Gemeenschappen aan u of aan uw kinderen ten laste worden toegekend.
  • subsidies, vergoedingen en toelagen van de Gemeenschap voor de opvang van jongeren in pleeggezinnen;
  • presentiegelden ontvangen als lid van een gemeenteraad, provincieraad of sociale raad;
  • onregelmatige giften van een instelling of personen die niet onder hetzelfde dak wonen als u;
  • integratie-uitkeringen voor personen met een handicap;
  • vergoedingen ontvangen als vrijwilliger, op voorwaarde dat deze vergoeding niet hoger is dan een dagelijks bedrag van 42,31 € en een jaarlijks bedrag van 1.692,51 € (bedragen voor 2025), en de vergoeding die wordt betaald aan burgers die hun burgerdienst vervullen, in de zin van artikel 19 van de wet van 15 mei 2024 tot instelling van de burgerdienst.

Deze site maakt gebruik van cookies om u de beste ervaring op onze site te garanderen.